Historisch

Deze Cabourgduinen zijn gevormd op een oude strandwal omstreeks 3300 jaren geleden en lopen door op Frans grondgebied tot Ghyvelde. De Graaf van Vlaanderen, die vanaf het einde van de 9de-begin 10de eeuw het gebied in handen kreeg hij gebruikte het als jachtgebied. Op het duin ontstonden reeds in de loop van de 11de eeuw de parochies Adinkerke en Ghyvelde. In tegenstelling tot de zeewerende duinen ten noorden gaf de Vlaamse graaf de duinen van Adinkerke-Ghyvelde reeds in tweede helft van de 12de eeuw uit handen. De cisterciënzerabdij Ter Duinen verwierf vanaf midden 12de eeuw het middengedeelte van de duinen.  In het duinengebied bevonden er zich kleine boerderijtjes en een daarvan is uitgegroeid tot het kasteel van Carbour. Tot aan de Eerste Wereldoorlog bewoonde Charles Cabour dit kasteel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog richtten militairen binnen het domein Cabour diverse installaties in: rond het kasteel werd een militair hospitaal opgericht, in de oostelijke hoek van het domein werd een waterwinningssysteem geïnstalleerd, terwijl er in de duinen verdedigingsstellingen werden uitgebouwd.  We dienen deze verdediging te zien als een onderdeel van de voorversterking van de havenstad Duinkerke. Het geheel werkte in combinatie met de onderwaterzettingen enerzijds van de MoerenTot aan de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bewoond door tabaksfabrikant Fernand Plaideau. Vervolgens werd het kasteel als jachtpaviljoen gebruikt door notaris Jacques uit Brussel. Vanaf 1949 werd het domein ingericht als vakantieoord voor de kinderen van postbeambten. In de zomer van 1969 werd het kasteel tenslotte gesloopt.

Visueel

Je hebt panoramische zichten op de hoogste punten, richting zee en binnenland. De duinen vormen kleine afgesloten gehelen binnen de bebouwing, waarin de duigebieden zelf sterk afgesloten zijn en je minimaal zicht hebt.

Ruimte en structuur

In het zuiden van de Moeren worden de duinen gescheiden door de E40, die samen met de Ringsloot van de Moeren de fysieke grens van deze eenheid vormt.

Geologie

Quartair

                  Holoceen

                                       Zand en Klei

Fossiele duinen

Fysisch

De Cabourgduinen is gefixeerd duinengebied en is niet meer onder de invloed van de zee.


De grote vijvers in dit gebied zijn het resultaat van de voormalige zandwinning. De relicten van het voormalige Garzebekeveld worden bepaald door de relictvegetaties van mosduin, schrale graslanden van ontkalkte zandbodems en bremstruwelen, welke verwijzen naar de intrinsieke waarden van het voormalige half-natuurlijke (wastine)landschap. De huidige bebouwing, vertuining en de aanleg van de A18 betekenen een verstoring van deze zone.

De bodem van de Cabourduinen is over het algemeen tot op grote diepte ontkalkt, alleen in de noordelijke randzone is de duinbodem matig kalkhoudend. Dit resulteert in een unieke combinatie van half-natuurlijke vegetatietypen die elders langs de kust amper aanwezig zijn. De ontkalkte duinbodems worden begroeid door mossenrijke struisgraslanden en zeer korstmossenrijke zure mosduinen (Dwerghaver-verbond).

In de zone met kalkhoudende duinbodems komen in de graslanden soorten voor die hun optimum hebben in droog tot mesofiel kalkrijk duingrasland. Ruim één derde van het duingebied werd met populier bebost of werd op spontane wijze verbost tot een duineikenbos. Hier en daar is kruipwilgstruweel aanwezig. Mede door een sterke daling van de grondwatertafel kan kruipwilg zich niet meer verjongen en dreigt dit struweeltype op termijn uit het landschap te verdwijnen. Tot de flora behoren: dwerghaver, hondsviooltje, duinviooltje, duindoorn, kuifhyacint, zandzegge, klein tasjeskruid, moeraswespenorchis, gewone ossentong, gewone esdoorn.