Kruimelpad
Oostelijke flank van Rug van Westrozebeke
De oostelijke flank van de rug van Westrozebeke is een gebied in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het gebied ligt in de oostelijke flank van Rug van Westrozebeke en vormt de noord-zuid gerichte waterscheidingsrug tussen Leie- en Ijzerbekken, bestaande uit terrasgrint en omgeven door licht versneden heuvelland.
Historisch
Je merkt relatief kleine kerndorpen op in een gemengde landbouwomgeving. Veel van deze dorpen en plaatsen werden verwoest tijdens en heropgebouwd na WOI.
Visueel
Bij de oostelijke flank van de rug van Westrozebeke heb je een semi- gesloten landschap, met vooral naar het oosten toe meer met hagen omzoomde percelen. Vaak is het wel mogelijk hierover heen te kijken. Je hebt een glooiend reliëf met verschillende panoramische zichten.
Ruimte en structuur
Je ziet verspreide dorpen (met de verschillende kerktorens) in het landschap, waar beekvalleien en de geïsoleerde bossen en kerndorpen de hoofdstructuur bepalen, er is geen tot vrij weinig perceelsrandbegroeiing, je hebt kleine regelmatige blokken tot strookvormige percelering, vooral akkerland, verspreide bebouwing, langs wegen is het redelijk geconcentreerd en je hebt een landelijk karakter. Het wordt doorkruist door de snelweg A19 en gestructureerd door de wegen bovenop de rug tussen Passendale en Staden (N303, N313 en N36).
Geologie
Tertiar
Quartaire bedekking
Terrasgrint
Fysisch
Vormt de noord-zuid gerichte waterscheidingsrug tussen Leie- en Ijzerbekken, bestaande uit terrasgrint en omgeven door licht versneden heuvelland. Deze boog is een uitloper van de oost-west gerichte West-Vlaamse heuvelkam. Dit heuvelachtig gebied is lichtjes versneden door naar het oosten of westen gerichte beken, die in het zuidelijke gedeelte eerder naar het zuiden, zuidoosten of noordwesten vloeien.
Bodem
Samenhangende biotoopcomplexen zijn teruggebracht tot zeer fragmentaire lijnen en vlakken op de natste en meest hellende plaatsen namelijk kleine bosrelicten langs bovenlopen van beken (‘s Graveneik, Keiaard, Vijverbos), taluds op zandig substraat langs wegen, de spoorwegberm en de hellingsgraslandjes met kwelzones (‘s Graveneik).