Kruimelpad
Rug van Westrozebeke
De Rug van Westrozebeke is een heuvelrug in het centrum en het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De rug strekt zich uit van Esen, nabij Diksmuide tot Zillebeke nabij Ieper, als uitloper van het West-Vlaams Heuvelland. Het vormt de noord-zuid gerichte waterscheidingsrug tussen het Leie- en Ijzerbekken, bestaande uit grindafzetting en omgeven door een licht versneden heuvelland. Deze boog is een uitloper van de oost-west gerichte West-Vlaamse heuvelkam. Dit heuvelachtig gebied is lichtjes versneden door naar het oosten of westen gerichte beken, die in het zuidelijke gedeelte eerder naar het zuiden, zuidoosten of noorwesten vloeien. Samenhangende biotoopcomplexen zijn teruggebracht tot zeer fragmentaire lijnen en vlakken op de natste en meest hellende plaatsen namelijk kleine bosrelicten langs bovenlopen van beken (‘s Graveneik, Keiaard, Vijverbos), taluds op zandig substraat langs wegen, de spoorwegberm en de hellingsgraslandjes met kwelzones (‘s Graveneik).
Historisch
Tot de 8ste eeuw bleef de rug van Westrozebeke in hoofdzaak bedekt door natuurbos o.a. het Vrijbos (Bos van Houthulst nog bewaard als oorspronkelijke boskern). Relatief kleine kerndorpen in een gemengde landbouwomgeving. Veel van deze dorpen en plaatsen werden verwoest tijdens WO. De heropgebouwd gebeurde na WOI. Door de intensieve landbouw verminderde het graslandareaal na WOII met begeleidende perceelsrandbegroeiing zeer sterk. Enkel op de natste en meest hellende percelen zijn de graslanden en perceelsrandbegroeiing bewaard gebleven.
Visueel
De rug van Westrozebeke is een glooiend reliëf en je hebt verschillende panoramische zichten in vele richtingen vanop de heuvelkam: in westwaartse richting zicht op het Houthulstbos en noordwaarts zicht op de Handzamevallei. De skyline wordt meestal topografisch begrensd. Beekvalleien en de geïsoleerde bossen en kerndorpen bepalen de hoofdstructuur, er is geen tot vrij weinig perceelsrandbegroeiing, je hebt kleine regelmatige blok tot strookvormige percelering, vooral akkerland, verspreide bebouwing, langs wegen geconcentreerd en een landelijk karakter. Het noordelijke gedeelte van de rug is een kleinschalig akker- en weidegebied, dat sporadisch wat perceelsrandbegroeiing kent.
Naar het zuiden toe komt er meer en meer bos voor, deze restanten van een vroeg-middeleeuws boscomplex werden na WOI heraangelegd. Heel wat herdenkingsmonumenten en littekens in het landschap verwijzen naar WOI, er is een grote dichtheid van goed bewaarde oorlogsrelicten zowel boven- als ondergronds, getuigen van WOI (fenomenen van nationaal en internationaal belang).
Verstoring: Storende elementen in het gebied zijn de hoogspanningslijn tussen Houthulstbos en de heuvelkam, serrebedrijven (Keiaard) en een veevoederfabriek (Stampkot).
Ruimte en structuur
De geïsoleerde bossen en de kleinere kerndorpen bepalen samen met de dorpen op de rug de landschappelijke structuur, verspreide kasteelparken dienen als herkenningspunten en de hoeves werden vooral ingeplant op de randen van de beekvalleien.
Geologie
Tertiar
Quartaire bedekking
Terrasgrint
Waterscheidingsrug tussen Leie en Ijzer, bestaande uit terrasgrint; De rug is omzoomd door een versneden en licht heuvelend landschap met ontbrekende of dunne Quartaire laag
Fysisch
De rug van Westrozebeke is een heuvelrug, aan de flanken doorsneden door kleine beekvalleien en heeft een waterscheiding tussen Leie en Ijzer. De heuvelrug heeft een hoogte van ongeveer 40 tot 60m terwijl het omliggende landschap een hoogte heeft van ongeveer 20m.
Bodem
Zandleemgronden op de toppen, gleyige (roest- en-of reductievlekken in de bodem als gevolg van fluctuaties in de grondwaterstand) kleiafzettingen in de beekdalen.