Kruimelpad
Noordelijke Valleiflank van de Leie
De noordelijke valleiflank van de Leie is een bijzonder breed alluviaal gedeelte van de Leiestreek. Dit gebied bevindt zich ten noorden van de Leie en strekt zich uit in zowel Frankrijk als België. Het wordt voornamelijk in gebruik genomen door de landbouw. Vroeger werd in het alluviaal gedeelte veel slib afgezet bij overstromingen van de Leie en hierdoor ontstonden rijke landbouwgronden.
Historisch
In het oude regime maakte het zuidwesten van de vlakte deel uit van het graafschap Artois , terwijl het noorden en oosten deel uitmaakten van het graafschap Vlaanderen . Het is een gebied met een bijzonder bewogen geschiedenis, de vallei is herhaaldelijk een invasiegang geweest en een plaats van veldslagen. Het was ook het toneel van grote schermutselingen tijdens de twee wereldoorlogen. De gevolgen van deze oorlogen zijn nog steeds talrijk in het landschap, vooral met militaire begraafplaatsen.
Visueel
Open zichten richting de Leie, moeilijker zicht naar het noorden.
Ruimte en structuur
De Leie met de industrie rond de rivier zorgen voor de hoofdstructuur in deze eenheid. Ook de autosnelweg en de spoorlijn van de TGV die loodrecht op de Leie liggen zijn structurerende elementen. De Vele beekstructuren die aftakken op de Leie bepalen mee de structuur in het gebied.
Geologie
Eoceen
Ontstaan uit tektonische bewegingen vanaf het midden Pleistoceen. De oppervlakkige micro formaties zijn gevormd door de opeenvolging van glacialen.
Fysisch
Het vormt een natuurlijke regio van Noord-Frankrijk, gelegen op ongeveer twintig meter hoogte, in het noorden en westen van het grondgebied van de stedelijke gemeente Lille.
Bodem
Het is een grensoverschrijdend gebied dat gedeeltelijk deel uitmaakt van de Westhoek en Frans-Vlaanderen. De rijkdom aan zeer vruchtbare slib verklaart de alomtegenwoordigheid van de landbouw en de zwakke aanwezigheid van het bos. Door de alluviale en overstroombare natuur van de vallei bleven de weilanden er lange tijd, maar door de oevers van de Leie en de voortgang van de afwatering ontstond vanaf de jaren zestig een sterke achteruitgang van de graslanden.